in Slovenië, veel Alpen getrotseerd
28 mei 2018
28 mei, Maandag, wasdag, en het droogt weer lekker snel. Gisteren hier tent opgezet, net voor het onweer, daarna naar het café en later bleek de tent er nog steeds te staan, ondanks de windstoten.
Aan het eind van ons vorig verslag zagen we de eerste Alpentoppen vanuit het noorden, nu zien we ze zo. 'n beetje van uit het Zuiden, of zijn dat de Julische Alpen of de Karawanken? Dat betekent dat we best pittig geklommen hebben, soms zeer irritant volstrekt zinloos, omdat je beneden je een
prachtige vlakke autoweg ziet liggen, soms zeer zwaar, eindigend in lóóópen, maar we zijn nu toch in een ander werelddeel, vinden we. Dat vonden we vooral na de tocht in de autotrein, waar gelukkig ook fietsen meemochten, door de tunnel, we denken onder de Groszklockner.
We ontmoeten andere reizigers te voet en op de fiets, maar ook lokaloos, zoal de tamelijk bejaarde campinghoudster Martina en haar vriendin die ze al 50 jaar kent, en die overal geweest is, de Alpen mogen we van haar meenemen, en de Nederlanders zijn zo goed met landbouw, maar, zegt ze, eigenlijk is dat roofbouw. Op een eco-camping waar dus geen warme douche is, geen electriciteit en dus al helemaal geen WiFi, ontmoeten we een meisje dat op haar eentje van Trieste naar Salzburg loopt, en eigenlijk altijd onderweg is, en zo nu en dan weer een tijdje probeert ergens wat geld te verdienen. Daar ook een Duits gezinnetje met kleintjes van 1 en 3, dat 2 Jaar rondtrekt. En ongelooflijke dronkelappen, die smorgens om 11 uur als we koffiedrinken nog van de vorige dag, een bruiloftsfeest, aan het zuipen zijn en vragen om directe terechtstelling wegens hun walgelijke asociale gedrag. Verder ontmoeten we op een plek waar we niet komen mogen een kudde everzwijnen, porcus singularis, mèt kleintjes! maar even verder worden we afgestraft: hoog hek, alles van de fiets afhalen, over het hek tillen en verder karren. Ook lukt het ons een paar slangen nèt niet doormidden te rijden, en ik zie een lief wezeltje, hermelijntje met een zwart beestje in zijn bek, de schoft.
We zijn een uurtje of 2 in Italië en daarna fietsen we Slovenië binnen, wat net zo mooi is als de folders beloven: glooiende velden net bloemen en op de achtergrond nog steeds hoge bergen met ijs. De laatste dagen, maar zeker hier, worden we onderweg hartelijk begroet.
Nu op een terras van een camping aan de rivier de Dava aan de schnaps, na een rustdag. Doet me er aan denken, dat we in augustus een paar weken naar Marokko gaan, om af te kicken van dd drank. Morgen verder langs die rivier, effe shoppen in Ljubljana en richting Zagreb.
Eerste angst: hoe komen we de Alpen over? is dus overwonnen, en wanneer ik nog ergens een Wat&Hoe in het Slavisch op de kop kan tikken, komt het helemaal goed. Als de Diets zadelpijn tenminste vermindert
Aan het eind van ons vorig verslag zagen we de eerste Alpentoppen vanuit het noorden, nu zien we ze zo. 'n beetje van uit het Zuiden, of zijn dat de Julische Alpen of de Karawanken? Dat betekent dat we best pittig geklommen hebben, soms zeer irritant volstrekt zinloos, omdat je beneden je een
prachtige vlakke autoweg ziet liggen, soms zeer zwaar, eindigend in lóóópen, maar we zijn nu toch in een ander werelddeel, vinden we. Dat vonden we vooral na de tocht in de autotrein, waar gelukkig ook fietsen meemochten, door de tunnel, we denken onder de Groszklockner.
We ontmoeten andere reizigers te voet en op de fiets, maar ook lokaloos, zoal de tamelijk bejaarde campinghoudster Martina en haar vriendin die ze al 50 jaar kent, en die overal geweest is, de Alpen mogen we van haar meenemen, en de Nederlanders zijn zo goed met landbouw, maar, zegt ze, eigenlijk is dat roofbouw. Op een eco-camping waar dus geen warme douche is, geen electriciteit en dus al helemaal geen WiFi, ontmoeten we een meisje dat op haar eentje van Trieste naar Salzburg loopt, en eigenlijk altijd onderweg is, en zo nu en dan weer een tijdje probeert ergens wat geld te verdienen. Daar ook een Duits gezinnetje met kleintjes van 1 en 3, dat 2 Jaar rondtrekt. En ongelooflijke dronkelappen, die smorgens om 11 uur als we koffiedrinken nog van de vorige dag, een bruiloftsfeest, aan het zuipen zijn en vragen om directe terechtstelling wegens hun walgelijke asociale gedrag. Verder ontmoeten we op een plek waar we niet komen mogen een kudde everzwijnen, porcus singularis, mèt kleintjes! maar even verder worden we afgestraft: hoog hek, alles van de fiets afhalen, over het hek tillen en verder karren. Ook lukt het ons een paar slangen nèt niet doormidden te rijden, en ik zie een lief wezeltje, hermelijntje met een zwart beestje in zijn bek, de schoft.
We zijn een uurtje of 2 in Italië en daarna fietsen we Slovenië binnen, wat net zo mooi is als de folders beloven: glooiende velden net bloemen en op de achtergrond nog steeds hoge bergen met ijs. De laatste dagen, maar zeker hier, worden we onderweg hartelijk begroet.
Nu op een terras van een camping aan de rivier de Dava aan de schnaps, na een rustdag. Doet me er aan denken, dat we in augustus een paar weken naar Marokko gaan, om af te kicken van dd drank. Morgen verder langs die rivier, effe shoppen in Ljubljana en richting Zagreb.
Eerste angst: hoe komen we de Alpen over? is dus overwonnen, en wanneer ik nog ergens een Wat&Hoe in het Slavisch op de kop kan tikken, komt het helemaal goed. Als de Diets zadelpijn tenminste vermindert
Over ontberingen - raar woord trouwens- gesproken, het Kuifje avontuur 'Raket naar de Maan' speelt zich deels af in Slovenië, en in dat verhaal komt Kuifje tijdens een wandeling in de bergen een Europese bruine beer ofwel ursus arctos arctos tegen, nou daar vallen die paar zwijntjes bij in het niet. (Ik hoop dat mijn geheugen me niet in de steek laat, want ik kan het nu niet nazoeken: onze Kuifje strips liggen allemaal bij mijn broer). Dat berengezin eet alle boterhammen van Kuifje op. Ik wil maar zeggen: blijf waakzaam.
Voor nu: ciao, tabé en na zdravie voor als er straks weer een schnaps voorbij komt.
Succes verder zoek in Zagreb maar naar mijn bril, die ik daar verloren heb.